One way or another!
Aflevering 47 van mijn blog over een zoektocht naar herstel van 2004 tot 2011
Bijzonder hoe het gaat. Daar waar ik eerst alleen een beetje met het idee speelde om iets in de verslavingszorg te gaan doen, begint het nu opeens concreet vorm te krijgen. Ik merk dat ik er steeds meer zin in krijg en mijn plannen worden steeds serieuzer. Mijn sollicitatie bij de Jellinek wordt echter al snel een deceptie. Je moet mij ook niet de vraag stellen waarom ik graag voor de Jellinek zou willen werken. Dan krijg je een eerlijk antwoord en geef ik daarbij maar al te graag een korte opsomming van mijn ervaringen tot nu toe. Ik voeg er wel aan toe dat ik erg benieuwd ben naar hun nieuwe lovenswaardige initiatief, een Minnesota behandeling. Ik heb trouwens niet het idee dat mijn kritische houding de reden was dat het mis is gegaan. In het eerste gesprek kreeg ik bijna alleen vragen over hoe ik mijn functie als counselor wil gaan invullen. Ook daarop gaf ik een eerlijk antwoord, namelijk dat ik dit juist wilde gaan leren en ontdekken tijdens de opleiding bij Hazelden in de Verenigde Staten. Ik probeerde mezelf te zijn en in dit geval werkte dat niet. Uiteindelijk krijg ik een nette afwijzing met als verklaring dat ze verwachten dat ik het zonder mijn gezin, mijn kinderen geen jaar zal volhouden daar in de verre Verenigde Staten. Zo bewees de Jellinek zich weer als een echte oer-Nederlandse zorginstelling. Zij weten wat goed voor je is. Het voelt ook niet echt als een tegenslag, het bevestigt mij in mijn overtuiging dat ik het beter zelf kan regelen. Ik ben intussen een stuk wijzer geworden, aan het contract met de Jellinek zit namelijk ook een groot nadeel. Je zit niet alleen minimaal vier jaar aan hen vast, in die vier jaar ontvang je ook een relatief laag salaris. En daarna wordt het niet veel beter. Daarnaast stellen zij ook het studieprogramma voor je vast en doe je niet de officieel erkende Masters opleiding maar volg je een goedkopere meer praktische opleiding die qua studiepunten minder waardevol is. Ik ben ook nog niet zover. Het huis is al wel in de verkoop en de belangstelling is ook groot, maar door de aanhoudende crisis blijft het echte serieuze bieden nog even uit. De winkel heb ik al wel leeg geruimd. Het overgebleven speelgoed en de inventaris verkoop ik stukje bij beetje via het Internet. Ik gebruik de vrije tijd die ik nu heb om terug te kijken op mijn ervaringen van de afgelopen vijf jaar en deze op papier te zetten. Vooral tijdens de klinische opnames heb ik veel opgeschreven, losse flarden, observaties en jammerklachten. Ik probeer daar een coherent verhaal van te maken. Het is voor mezelf ook leerzaam om terug te kijken naar het recente verleden, hoe ik toen dacht en hoe ik nu denk. Wat heeft mij nou eigenlijk geholpen in mijn strijd tegen mijn verslaving? Het is ook een vraag die ik vaak van mensen uit mijn omgeving krijg. Waarom ging het na je verblijf in Schotland wel goed en waarom sloegen al die eerdere opnames niet aan? Daar is ook niet een gemakkelijk eenduidig antwoord op te geven. Ik weet wel waar het herstel begon, dat was bij mijn eerste ontvangst in Schotland toen iemand van de verpleging mij opving, mijn toestand zag, een arm om me heen sloeg en zei: “we gaan je helpen”. Ik schiet nog regelmatig vol als ik daar aan terug denk. Zo eenvoudig, zo simpel was het. De maanden daaraan voorafgaand had iedereen tegen me aan gepraat, niet met me. Hier voelde het als een warm bad en dat maakte een wonder mogelijk. Wat me ook heel erg hielp is dat ik daar leerde verslaving als een ziekte te erkennen en niet meer te zien als een tekortkoming van mezelf. Niet om het af te doen en de verantwoording af te schuiven. Het heeft me geholpen om te accepteren dat ik een chronische aandoening heb waarbij ik voor de rest van mijn leven een aantal, overigens heel acceptabele, beperkingen heb waarbij ik mezelf in acht moet nemen. Ik heb bijna dertig jaar geprobeerd om het bij één of twee glazen te laten wanneer ik wijn of bier dronk. Na even zovele jaren kan ik nu eindelijk toegeven dat me dat niet lukt, en ook nooit zal lukken. Als ik één keer begin met drinken kan ik niet meer stoppen. Maar iets opgeven, vast stellen dat ik het nooit meer kan, is verdomd moeilijk. Zelfs nu is het nog wel eens moeilijk, ook al ben ik bijna 15 jaar verder. Ook doordat ik door mijn nieuwe routines mensen blijf tegenkomen die hetzelfde probleem hebben als ik, blijf ik bij de les. Bijna dagelijks ontmoet ik mensen die net als ik de controle over iets kwijt zijn. Dat kan alcohol zijn, cannabis, gokken, gamen, het maakt niet uit. Ik zie lotgenoten worstelen, pogingen doen toch de controle terug te krijgen, en bijna allemaal falen ze hierin. Waarom zou ik anders zijn dan hen? Doordat ik vertrouwen kreeg in mijn behandelaren in Schotland ontstond er een opening, en kwam er ruimte in mijn hoofd voor nieuwe ideeën en experimenten. Einstein stelde al eens: Je kan problemen niet oplossen met dezelfde manier van denken als waarin ze zijn ontstaan. Je manier van denken veranderen als je je verslaving het hoofd wil bieden is nodig. Ik heb moeten accepteren dat ik het niet in mijn eentje kon, dat het een blijvende ziekte is, dat ik hulp moet (blijven) accepteren. Oude vertrouwde patronen en routines in mijn leven heb ik moeten loslaten. Dat betekent dat ik risico’s moest gaan nemen, mezelf kwetsbaar moest gaan opstellen en vooral, en dat is het aller moeilijkst, ook eerlijk moest zijn en blijven.
Daarom was het voor mij ook zo belangrijk dat de behandeling in een groep plaatsvond. Geen enkele verslaafde is een groepsmens, ik ook niet. “Verslaafd zijn” doe je het liefst alleen, of beter gezegd je bent het liefst samen met je middel. Iets met een ander drinken of gebruiken, betekent vaak dat je het moet delen, of dat je er opmerkingen over krijgt en dat wil je liever niet. Door deel uit te maken van een groep leerde ik wel weer te “delen” en nu op velerlei gebieden. Hoe is het om eerlijk te zijn? Geheimen te vertellen? Mijn boosheid te uiten, mijn angsten te laten zien, et cetera. En dat is niet iets wat je in een paar weken of maanden doet en verandert. Het is een oneindig en tot op de dag van vandaag voortdurend proces. In het begin vond ik het deelnemen aan groepen lastig, confronterend en eng. Nu vind ik het vooral boeiend en interessant. Ook de twaalf stappen van de AA geven me een zeker houvast. Er is iets waaraan ik gaandeweg kan blijven werken, het is een raamwerk of ruggengraat in mijn herstel, een basis waarop ik terug kan vallen.
De grote hoeveelheid educatie die tussen de bedrijven door in Schotland werd gegeven beviel me ook heel erg. Tijdens mijn behandelingen in Nederland was dat heel oppervlakkig en summier geweest. De lezingen in Schotland gingen veel dieper in op allerlei zaken. Voor mijn behandeling had ik amper een idee wat de effecten waren van de verschillende middelen of medicatie. Nu ben ik me goed bewust van alle risico’s en gevaren. Daarnaast bestond de behandeling ook uit een stoomcursus psychologie. Eindelijk eens uitleg bij een diagnose, was is verslaafd zijn, hoe stel je dat vast? Wat is een depressie en wat kunnen hiervan de oorzaken zijn? En wat houdt een persoonlijkheid stoornis in? Allemaal zaken waar ik me tot dan nog nooit mee bezig had gehouden, zoals heel veel mensen niet, zo merkte ik. Veel verslaafden hebben ook geen idee wat zelf nou eigenlijk slikken. Voor hen is het belangrijkste dat het werkt, het even voldoening, verlichting geeft. Veel behandelaren gaan er denk ik vanuit dat je dat allemaal wel weet omdat het tot hun eigen basiskennis behoort. Alhoewel, nu ik zelf al wat langer in de zorgsector werk, merk ik tot mijn verbazing nog maar al te vaak dat academisch geschoolde collega’s ook niet weten wat een benzodiazepine of een opiaat nou precies is en wat het met de psyche van een mens doet. Pillen? Daar gaat de arts over, hoor ik vaak.
Ik vind het wel belangrijk mij grondig in al deze materie te verdiepen, dat is ook de reden dat het opleidingsprogramma van Hazelden mij zo aanspreekt. Alle facetten, zoals psychologie, systeemtheorie, ethiek maar ook medicatie, biologische aspecten en diagnostiek komen in de opleiding aan bod, toegespitst op verslaving. Nu de Jellinek mij heeft afgewezen heb ik zelf maar meteen contact gelegd met de medewerkster van Hazelden die de toelating regelt. Zij is erg hartelijk en enthousiast en heeft me meteen al een heel pakket aan informatie en formulieren toegestuurd waarmee ik voorlopig even vooruit kan. Daarbij gaf ze ook aan dat er binnenkort een “open dag” wordt georganiseerd waarop ik kennis zou kunnen maken met de kliniek en het opleidingsinstituut. Dat is toch even schrikken want opeens wordt ik me weer bewust van de enorme afstand tussen Amsterdam en Center City in Minnesota waar Hazelden gevestigd is, een dorpje ongeveer 100 kilometer boven Minneapolis. “Even rondkijken” betekent naar de andere kant van de wereld vliegen naar een continent waar ik nog nooit ben geweest. Ik realiseer me ook dat ik nogal wat vooroordelen heb over Amerikanen; oppervlakkig, lawaaiig, slecht gekleed. Ook de kosten die er mee gemoeid zijn houden me bezig. Toch zal het nodig zijn om vooraf een keer een bezoek af te leggen zodat ik daar wat zaken kan voorbereiden, kwartier kan maken. Ik heb sowieso woonruimte en een auto nodig. Ik besluit er mee te wachten tot ik ons huis heb verkocht. Ik ga al wel vast de TOEFL test doen, nodig om kennis van de Engelse taal op academisch niveau aan te tonen. Ook stuur ik al vast al mijn schooldiploma’s op naar het vertaalbureau. Het is op zich een klein wonder dat ik die nog heb, een paar jaar terug had ik ze bijna weggegooid. Tot nu had ik ze nog nooit ergens hoeven laten zien en ik verwachtte ook niet ze nog ergens voor nodig te hebben. De TOEFL test wordt maar een paar keer per jaar afgenomen. Die test moet ik doen zonder echte voorbereiding, want dan houd ik nog één andere kans dit jaar, mocht ik zakken. Ik zie wel allerlei aanbiedingen voor trainingen maar daarvoor is het te kort dag. Ik waag voor 200 euro maar eens een gok. Ik begreep van een aantal mensen dat je met een basis kennis op havo niveau een eind kan komen. Het is een bijzondere ervaring voor me, na zoveel jaar weer een soort examen doen. Ik moet een hele dag, op een computer allerlei oefeningen doen in de Engelse taal. Vragen beantwoorden, teksten samenvatten, gesprekjes voeren et cetera. Het gaat beter dan ik vooraf dacht en gehoopt had. Het geeft me ook wel weer een goed gevoel dat ik dit nog kan. Een paar dagen later krijg ik al de uitslag; ik heb een meer dan voldoende score gehaald. De eerste horde is genomen!
(Wordt vervolgd)
Comments