top of page

Shit Happens! (37)

Bijgewerkt op: 1 dec. 2019

Kill Your Darlings


Aflevering 37 van mijn blog over een zoektocht naar herstel zoals ik dit heb ervaren in 2004/2005.


Nu mijn verblijf op het kasteel ten einde loopt, heeft mijn therapeut Richard wel door dat hij mij niet meer over kan halen tot een langer verblijf. Hij dringt niet meer aan. Hij geeft me nog wel het nodige advies mee, een nazorgplan. Ik moet proberen terug in Amsterdam de eerste 90 dagen iedere dag een AA of NA-bijeenkomst te bezoeken. En ik word geacht iedere week de nazorggroep van het kasteel in Amsterdam te bezoeken. Ik knik in eerste instantie plechtig ja maar besef me dat dit een lastige opdracht zal worden. Na zes weken intensieve behandeling heb ik wat behoefte aan wat lucht en zal ik ook veel tijd moeten investeren in ons gezin. Ik heb de hoop niet opgegeven dat het weer goed zal komen tussen Heleen en mij. Ik weet ook dat ik meer dan 90 dagen nodig zal hebben om te laten zien dat ik weer op de weg terug ben. Als ik deze bedenkingen met Richard deel, is hij onverwacht streng. Het is inderdaad mijn keuze, maar hij vindt het tamelijk roekeloos dat ik na zes weken behandeling nu meteen weer de prioriteit geef aan andere zaken. Een terugval zal ervoor zorgen dat ik zeker alles kwijtraak, waarom dan dat risico nemen? Hij legt me nogmaals voor dat het niet zo’n erg gek idee zou zijn om voorlopig evenveel tijd te steken in het herstel van mijn verslaving als ik vroeger stak in het onderhouden van deze, het drinken. Per dag één of twee uur meeting bezoek moet dan gemakkelijk te doen zijn. Tja, het zoveelste punt voor hem, ik ben eraan gewend geraakt.  Het is ook onze laatste ontmoeting en dat raakt me diep, hem ook zo merk ik als we elkaar als afscheid omarmen. Richard is erg belangrijk voor me geweest. Ik zag bij hem mijn eigen onzekerheid en twijfels. Maar ook zijn eerlijkheid en openheid, datgene wat ik zelf onderweg was kwijtgeraakt.  Het bijzondere is dat hij me het zelf heeft laten doen, de weg terugvinden uit mijn verslaving. Hij was mijn gids, wees me de weg en stuurde me waar nodig bij.



Deze laatste week zijn we veelvuldig op bezoek bij AA-bijeenkomsten in de voorsteden van Edinburgh. Ik kijk nu echt naar uit deze bijeenkomsten met gelijkgestemden en lotgenoten. Ik heb er lol in gekregen en vind ze uitermate boeiend. Het valt me op hoe snel je, wanneer je een gemeenschappelijk probleem hebt, een echte band ontwikkeld met mensen die tot voor kort volslagen vreemden voor mij waren. Ze nemen cadeautjes voor me mee, ze nodigen me bij hun thuis uit mocht ik weer eens in de buurt komen. Het is allemaal erg hartverwarmend. Op één van de laatste avonden hier geeft één van de dames me nog een keer mee ”Give in, Geef je over.” De cirkel is weer rond besef ik me. Op mijn eigen manier heb ik me dan toch ook overgegeven. Ik blijf weliswaar kritisch maar de zes weken hier in Schotland hebben me enorm geholpen. Ik ben mijn eigen -verslavings- gedrag gaan doorgronden en heb een weg teruggevonden, zo lijkt het. Waarschijnlijk een hobbelige weg met nog veel hindernissen maar ik voel dat het in de basis weer goed zit. Mijn maatjes hier, Karen en Jaap, zijn inmiddels al vertrokken, net als Pascal, een aan cocaïne verslaafde ADHD’er uit Eindhoven die ik de laatste weken, toen hij wat rustiger was geworden, beter heb leren kennen. Pascal had ook een verlenging aangeboden gekregen en het toch maar geprobeerd, verblijven in de extended care bij de Farizeeërs. Na een week hield hij het al voor gezien vanwege de niet afnemende controlebehoefte van deze mensen. Voor mij een bevestiging dat ik een goede keuze heb gemaakt. Met Pascal heb ik afgesproken dat we elkaar de komende tijd regelmatig zullen bellen. Hij zal mij zo op afstand motiveren om naar meetings in Amsterdam te gaan, ik hem in het Eindhovense, kijken of dat werkt.


De dag voordat ik vertrek heeft Richard nog een Stap vijf voor mij gearrangeerd. Dit is inderdaad zoals ik al van een aantal groepsgenoten had begrepen een bijzondere gebeurtenis. Daar waar de vorige opdrachten schrijfwerk waren en zoektochten of inventarisaties is dit voor het eerst een echte actie stap. Een tweegesprek met iemand van buiten het kasteel. Een Schotse zakenman met net als ik een alcoholverslaving. Samen hebben wij een dialoog over het leven en het leven met een verslaving aan de hand van wat ik bij stap vier heb opgeschreven. Niet eenzijdig maar echt een gesprek waarin mijn gesprekspartner ook het nodige over zichzelf en zijn verleden deelt. Dat helpt en geeft lucht. Door iemand te treffen die ik niet ken, en waarschijnlijk ook nooit meer zal tegenkomen, is het voor mij ook gemakkelijker om open en eerlijk te zijn. Het wordt een onverwacht lang gesprek dat meer dan drie uur duurt. Het geeft me zo merk ik gaandeweg de gelegenheid om zaken open op tafel te leggen zonder dat de andere partij daar over oordeelt of ongevraagd advies geeft. Zaken die mij mijn leven lang al dwars zitten. Zoals wat me jaren terug overkwam bij een schietincident in een Amsterdams hotel waar ik werkte als nachtmanager. Een afrekening tussen twee criminelen waar ik onbedoeld, letterlijk tussen kwam te staan. Ik wist toen niets anders dan snel te vluchten en de politie te bellen, terwijl er twee collega’s van mij achterbleven in dezelfde ruimte. Ik was niet de held geweest die ik me had voorgesteld te zijn in zo’n situatie. Mijn eerste reactie was mezelf redden! Een begrijpelijke reflex misschien maar ook pijnlijk. Het voelt goed om dit soort zaken nu eens te delen met iemand, gewoon om te ervaren hoe dat voelt; er over praten met iemand. Deze vijfde stap is, zo begrijp ik, ook bedoeld om zo langzamerhand de opgebouwde ballast los te maken, uiteindelijk kwijt te raken of er iets positiefs mee te doen. Dat gaat niet ineens, het is geen wonder dat zich voltrekt, maar het helpt me wel.  Het uiteindelijk doel is met de volgende stappen naar een aantal eigenschappen, karaktertrekken te kijken die verslaving in het zadel houden en die je dus los moet gaan laten. Ik heb al wel gemerkt dat het op een bepaalde manier fijn is je boos te maken over iets of anderen, of de wereld met het nodige cynisme te aanschouwen maar op die manier hou ik wel alles en iedereen op afstand. Veel van mijn oude vastgeroeste gewoonten en hebbelijkheden die bij me zijn gaan horen en als een warme jas aanvoelen, zal ik moeten loslaten.  “Kill your darlings” geeft mijn gesprekspartner me treffend mee.  


Op de woensdagochtend daarna vertrek ik. Het afscheid nemen van mijn groep is veel emotioneler dan ik had verwacht. Aan veel mensen ben ik toch, ondanks mijn aanvankelijke distantie, gehecht geraakt en ik merk tot mijn verbazing zij ook aan mij. Ik weet dat ik de meeste van hen nooit meer terug zal zien, al ben ik vast en zeker van plan de jaarlijkse reünie te gaan bezoeken. Ik besef me opeens wat het betekent dat iets minder dan de helft het niet zal redden, het is nu geen droog percentage meer maar werkelijkheid. Statistiek is een mooie wetenschap maar het wordt eng als je in je hoofd er de poppetjes, de mensen in dit geval, bij in gaat vullen. Wie haalt het wel en wie niet? Ik heb hier ook geleerd dat ik in eerste instantie goed voor mezelf moet leren zorgen en me niet te veel moet laten afleiden en door anderen moet laten meeslepen. Dat valt me nu erg zwaar. Ik zou willen pleiten voor een werelddeel zonder drank, drugs en stress, een verzorgingsstaat voor al deze mensen. Ik verlaat het pand zoals ik binnengekomen ben, in tranen maar nu niet vertroebelt door alcohol, dit keer echt en gemeend. Mijn groep zwaait me uit als ik bij Moira weer in de auto stap. Zij heeft me hier gebracht en brengt me nu ook weer naar het vliegveld.


 Ik reis samen met Gerrit een wat oudere man uit Volendam. Hij vertelt me dat hij het afgelopen weekeinde op bezoek is geweest bij zijn zoon. Deze verblijft al een tijdje in de extended care groep van het kasteel en is verslaafd aan de cocaïne. De eerste paar weken zat zijn zoon nog in onze groep herinner ik me, ik had de indruk dat hij het moeilijker had dan ik en het ook allemaal niet zo serieus nam “Hij gaat het best wel redden als hij maar sterk genoeg is”, zegt zijn vader als we weer in het vliegtuig zitten en het er zo over hebben. Kennelijk op zoek naar bevestiging van mij. Ik hoor geen echte hoop in zijn stem. “Het gaat niet zo zeer om sterk zijn”, probeer ik nog, “het gaat erom dat…’. Maar ik kan het niet goed onder woorden brengen. Hoe leg je iemand die zelf niet verslaafd is uit hoe je er weer vanaf komt, of beter gezegd er mee leert leven. Je kunt ook niet leren zwemmen zonder in het water te liggen. Dit is ook een voorbode van wat mij terug in Nederland te wachten staat. Ik moet het niet gaan uitleggen vanaf nu maar gewoon gaan doen. Bij de bagageband nemen we afscheid en wensen elkaar het beste. Ik pak mijn spullen van de band en loop richting de aankomsthal. Onderweg zie ik weer de taxfreeshops vol met flessen die zich juichend aanbieden. En opeens, slechts een moment, heb ik een onverwachte confrontatie met de werkelijkheid, opeens realiseer ik me dat ik nu echt nooit meer… Het voelt bizar, eng en onwerkelijk tegelijk. Het is toch weer erg dichtbij nu ik los ben van mijn groep en mijn behandeling. Ik kan het zo aanraken en pakken maar ik moet het niet meer willen. Nu niet, nooit niet.


Als ik mijn koffers van de band heb gepakt en door de laatste schuifdeuren naar de aankomsthal loop word ik meteen begroet door de twee blije koppies van Frits en Kees.  Heleen lacht gelukkig ook maar in haar gezicht meen ik gemengde gevoelens te bespeuren, alsof ze zich afvraagt, is dit weer de man die ik ooit heb leren kennen?  Ik voel me wat misplaatst, alsof ik van een verre en lange reis weer thuiskom in een wereld die ik weer opnieuw moet leren kennen. Een wereld waar in ik mezelf weer opnieuw moet gaan uitvinden. Ik voel me toch ook wel weer meteen de zieke die er zelf voor heeft gezorgd dat hij ziek is geworden en beter had moeten weten. Ik heb weer een verhaal te vertellen, maar ik weet niet of iemand daar nog op zit te wachten….


(Wordt vervolgd

16 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page