Aflevering 36 van mijn blog over een zoektocht naar herstel zoals ik dit heb ervaren in 2004/2005.
Ook al verblijven we in een luxe kliniek waar de persoonlijke aandacht en verzorging ronduit goed is, toch ontstaat er nu en dan flink wat ontevredenheid, ook bij mij trouwens. Verslaafden -vergeef met de generalisatie- blijven een bijzondere menssoort, bijzonder kritisch, vooral op anderen. Daarnaast hebben ze een erg sterk ontwikkeld rechtvaardigheidsgevoel. Dat is op zich niet erg maar het gaat vaak vergezeld van een schrijnend tekort aan zelfreflectie en zelfkritiek. Dat laatste is natuurlijk niet zo gek, verslaving gedijt een stuk beter als je deze elementen uitschakelt en de wereld vooral ervaart vanuit een commentaarpositie met naast je een glas wijn, bier of ander middel. Die wat milder makende middelen ontbreken hier dus wordt het commentaar navenant chagrijniger. Dat is vooral aan de hand wanneer opeens op een dag er vier gigantische kristallen kroonluchters worden opgehangen in de twee grote zalen die wij als dagverblijf en groepsruimte gebruiken. Wij zijn als groep stomverbaasd over de keuze voor uiterlijk vertoon van de eigenaren van het kasteel. Waarom niet voor nieuw en wat comfortabeler meubilair gekozen? Of nog beter, een betere en hygiënischer koffie-en theevoorziening? Al snel wordt ook de vergelijking met het stappenprogramma en de uitgangspunten van de behandeling gemaakt. Het gaat toch om het innerlijk en niet het uiterlijk vertoon, de buitenkant? Het gemopper is een paar dagen niet van de lucht.
Het is geen toeval dat, nu ik bezig ben met de vierde stap van het programma, dit proces me nu ook wat meer opvalt. Het lukt nu wat beter om naar mezelf te kijken door de oefening waar ik mee bezig ben. Stap vier, zo wordt me zo langzamerhand duidelijk, is vooral bedoeld om inzicht te krijgen hoe je, onder invloed van je verslaving, een aantal karaktertrekken of eigenschappen hebt uitvergroot, meer bent gaan gebruiken, of beter gezegd, gaan misbruiken. De ziekte verslaving schijnt dat met je te doen, zo leren we hier. Net zoals het virus dat hondsdolheid veroorzaakt je bang maakt voor water, zorgt verslaving ervoor dat je er uiteindelijk alleen nog maar gericht bent op de relatie met je middel. Alles wat die band verstoort of in de weg staat, moet uiteindelijk het veld ruimen, vrouw en kinderen incluis, dat is de theorie in ieder geval. In de praktijk betekent het dat je uiteindelijk van alles en iedereen vervreemd raakt, een onbewust gekozen isolement, iets wat me bekend voorkomt. De laatste jaren van mijn actieve verslaving was ik het liefst alleen, mijn vrienden en familie zagen me liever gaan dan komen. Ik besef me ook dat ik op die manier heel snel oordeel over mensen, ik geef ze een quick scan van minder dan een minuut waarna ze meestal onder het kopje als niet interessant of fout worden geparkeerd. Zo houd ik mijn wereld klein en blijft de interactie daarmee beperkt.
Stap vier laat me lang en indringend kijken naar mezelf en wat er in relaties met anderen gebeurd is. Nu ik hier samen met mijn groepsgenoot Gary aan werk, schrijven we met het eind van de behandeling in zicht monter door. Hij nog altijd hevig trillend van de ontwenning, ik in steeds beter wordend Engels. Uiteindelijk behelst het voor mij meer dan twintig kantjes geschreven tekst, onderverdeeld in allerlei categorieën. Mijn waarden, mijn genoegens, mijn geest, mijn boosheid & rancune, mijn angsten, mijn seksualiteit, mijn toekomst, mijn trots, hoe ik werk, wat en wie ik respecteer, enzovoort. Richard, mijn therapeut is tevreden over het werkstuk maar meldt zeer tot mijn teleurstelling -alweer- dat dit slechts een begin is, een vingeroefening. In de toekomst zal ik vaker een stap vier moeten doen. De twaalf stappen zijn een terugkerende cyclus waarbij ik steeds dichter bij mezelf, bij de kern zal moeten zien te komen, als een ui die je mantel voor mantel af pelt. Als ik uiteindelijk bij stap twaalf ben aanbeland, is het de bedoeling dat ik gewoon weer met stap één begin. Als ik al de illusie had van een snelle en definitieve oplossing is deze nu wel voorgoed om zeep geholpen. Net zo lang als ik in mijn leven heb gedronken zal ik me in de toekomst moeten gaan bezighouden met het niet drinken, zo lijkt het. Dat klopt, misschien wel langer grapt Richard nog als ik dit zo met hem deel.
In dezelfde week doen we ook mijn groepsevaluatie, een vast maar erg confronterend onderdeel van de groepstherapie, een sessie waar ik niet naar uitkijk. Niemand trouwens. Een groepslid staat dan in het middelpunt, de anderen mogen kijken naar zijn of haar goede en slechte kanten. Beter gezegd, welke van je slechte eigenschappen blokkeren het herstel van je verslaving, maar ook welke van je positieve eigenschappen kun je juist beter benutten om te herstellen? In zekere zin ook een aanvulling op de oefeningen van stap vier. Het valt me niet mee, de eerlijke en ongezouten meningen van mijn groepsgenoten aan te horen. De negatieve eigenschappen; trots, minimaliseren, negatief denken, cynisme, treffen me in het hart terwijl de positieve; vriendelijkheid, luisterend, focus op behandeling, eigenlijk langs me heen gaan. Het bevestigt wat ik eigenlijk al weet, maar het is toch behoorlijk eng om te merken dat die ander je doorziet.
Wat je hier ook vaak hoort, en wat ik eigenlijk ook denk, is dat je je karakter, je persoonlijke eigenschappen, toch niet kan veranderen, dat zit in je, dat hoort bij je. Zo langzamerhand daagt het bij mij ook dat dit een gemakkelijke manier van denken is die zeker niet aanmoedigt tot verandering. Als ik goed om mij heen kijk hier valt het me op hoe mensen hier binnen korte tijd wel veranderen. Murray bijvoorbeeld, een aan heroïneverslaafde Schot kwam op het kasteel voor behandeling nadat hij een erg lange gevangenisstraf had uitgezeten voor diverse heftige geweldsdelicten. Hij werd hier geplaatst door de Schotse overheid als voorbereiding op zijn terugkeer in de maatschappij. Toen Murray bij ons in de groep kwam was hij een agressieve, opvliegende outcast waarbij je liever uit de buurt bleef. Hij was uitbundig getatoeëerd op zijn armen en benen waardoor zijn vele littekens wat minder opvielen. Littekens die hij, naar hij later vertelde, opgelopen had door messteken binnen en buiten de gevangenis. Gaandeweg, binnen een week of twee, bleek er onder deze misdadiger een redelijk toegankelijke Schotse jongeman vandaan te komen, een ware metamorfose. Tijdens zijn detentie had hij moeiteloos zijn verslaving in stand weten te houden. Op mijn vraag hoe hij in de cel aan dat spul kwam, vertelde hij dat hij dit gewoon op rekening via een medegedetineerden verstrekt had gekregen. Een rekening die hij nu na zijn celstraf weer dient te vereffenen met een aantal wederdiensten. Hij vertelde daardoor nu wel rond de 75.000 pond aan schuld te hebben bij zijn leveranciers en geldschieters. Ik had me altijd al afgevraagd hoe gedetineerden in de cel toch in godsnaam aan hun middelen kwamen maar zo simpel was het dus. Die ene zin van Hotel California van de Eagles, schiet daarbij door mijn hoofd: “You can check out any time you like, but you can never leave!”, een zeiknummer, maar een mooie zin in de tekst die blijft hangen. Hij zal er nog een harde dobber aan hebben om uit de criminaliteit te blijven en de middelen te laten staan, het lijkt een bijna onmogelijke opdracht.
Nu het einde van het zes weken programma nadert, bespreek ik ook met mijn therapeut Richard het verdere verloop van mijn behandeling. Tot mijn grote teleurstelling vindt hij het nog te vroeg om afscheid te nemen terwijl ik toch stellig de indruk had dat ook hij het nu heel goed vindt gaan, nu ik min of meer de weg naar het licht heb gevonden. Hij adviseert me toch om er in ieder geval nog een aantal weken, misschien wel maanden aan vast te plakken in de extended care hier. Ik begrijp het niet en ben ook wat achterdochtig geworden. Alle goede bedoelingen ten spijt heb ik in de afgelopen weken ook gemerkt dat het hier behalve zorg ook om productie draait. Het gerucht gaat al langer dat bijna geen enkele Nederlander na zes weken behandeling al het advies krijgt om terug te gaan naar huis. De Nederlandse ziektekostenverzekeraars schijnen een verlenging gemakkelijk te honoreren. Dit terwijl de Amerikanen nooit langer dan 28 dagen verblijven en de Schotten vaak eerder moeten vertrekken omdat het geld op is.
Langer blijven kan misschien wel geen kwaad, de noodzakelijkheid ontgaat me. Trouwens mijn ervaringen met de groep “lang verblijvenden” zijn nog altijd niet best. Afgelopen week heeft er nog één van deze groep aan het behandelteam geklikt dat ik in de pauze van een AA-meeting naar een geldautomaat ben gelopen. Ik zal er nog een zware dobber aan krijgen me daar te handhaven. Ik zie absoluut geen kwaad meer in de hier gepropageerde twaalf stappen, de rigide toepassing ervan staat me echter behoorlijk tegen. Ik vrees dat ik daar snel zal gaan rebelleren, weer ga terugvallen in mijn oude recalcitrante gedrag. Met alle respect voor het programma en het resultaat daarvan; ik vind het, als ik ook nog stap vijf heb gedaan, genoeg geweest.
Ik denk ook dat, als ik langer wegblijf, ik de aansluiting met het thuisfront voorgoed ga verliezen. Ergens heb ik toch weer hoop gekregen dat het nu toch wel weer goed kan komen tussen mij en Heleen. En ik vrees ook dat de Watergraafmeerse aasgieren op de loer liggen om mijn plek in het gezin in te nemen. Heleen en ik hebben tot dusver nog maar en paar keer, en dan ook nog maar heel kort, telefonisch contact gehad. Mijn voornaamste doel was even de stemmen van mijn kinderen te horen. Wel heb ik een aantal brieven verstuurd. Ik had het idee dat ik op die manier beter en rustiger kon verwoorden wat er hier met me gebeurde. Ik hoop dat die goed ontvangen zijn. Veel van mijn medepatiënten hangen iedere avond eindeloos aan de telefoon en krijgen ook nog bezoek van familie in het weekend. Ik moet er niet aan denken. Ik ervaar mijn deels zelfgekozen isolement als een verademing. Even geen mee kijkers, gewoon een tijd lang alleen voor mezelf bezig zijn, even onder een stolp leven en na zoveel jaren even geen verantwoording te hoeven dragen voor het gezin voelt toch wel erg lekker.
Stap vijf van het AA-programma waar ik nu aan toe ben, heeft een bijna mythische reputatie zo heb ik door lezingen en verhalen van medepatiënten begrepen. Ik heb er nog geen echt beeld bij maar ik krijg een gesprek met iemand die ik niet ken, een Schot uit de omgeving hier die zelf in het AA-programma zit en de bedoeling is de wij samen, aan de hand van wat ik in stap vier heb vastgesteld, een open en eerlijk gesprek gaan hebben over mijn leven, drijfveren en geheimen. Ik ben benieuwd, maar hoop vooral dat ik hem goed kan verstaan.
(Wordt vervolgd)
Comments