Aflevering 32 van mijn blog over een zoektocht naar herstel zoals ik dit heb ervaren in 2004/2005
De Eerste Stap
Omdat mijn therapeut Richard het me heeft gevraagd, ga ik toch maar het grote AA boek lezen, dat merkwaardige boek van de Anonieme Alcoholisten. We lezen hieruit nu en dan passages aan elkaar voor, de strekking hiervan ontgaat me nog altijd. Het zijn losse passages voor me, ze beklijven niet. Na negen uur ’s avonds mag je voor jezelf aan je opdrachten werken en daarom trek ik me voor de opdracht terug op mijn kamer. Op mijn nachtkastje staat Bobbie, een pluche uitgave van het hondje van Kuifje. Mijn jongste zoon heeft hem speciaal voor mij uitgezocht en als mascotte meegegeven. Een schot in de roos hier in Schotland, een Schotse terriër als maatje.
Met Bobbie naast me begin ik in het AA boek maar al snel dwalen mijn gedachten af naar de strips van Kuifje en kapitein Haddock, zijn metgezel in een groot aantal verhalen. Haddock worstelt in deze strips net als ik met een alcoholprobleem wat bij hem legendarische scheldkanonnades, krachttermen en driftbuien oplevert. Er is zelfs een hele index van te vinden op het Internet. Jaren geleden heb ik contact gehad met de erven van de tekenaar van deze verhalen, Hergé. Ik heb hen gevraagd of ik een tekening met Bianca Castafiore zou mogen gebruiken voor het etiket van de huiswijn in het theater waar ik werkte. Castafiore is de operazangeres in een van de latere delen van deze strip. Zij wezen dit toen af, met als uitleg de levenslange worsteling zelf van de tekenaar met alcohol en depressies. Haddock was, zo begreep ik, eigenlijk een soort alter ego van tekenaar geweest. Ik was toen teleurgesteld maar begrijp nu met terugwerkende kracht het drama voor zijn familie. In één van de latere verhalen wordt Haddock allergisch voor alcohol, een duidelijke verwijzing naar het gebruik van refusal of antabus. Dit is middel dat ervoor zorgt dat je ziek wordt op het moment dat je toch gaat drinken. Antabus lijkt zo een ideale remedie, maar alle onderzoeken wijzen uit dat het een lapmiddel is wat slechts korte tijd soelaas biedt. Het is een negatieve stimulus, je krijgt straf als je drinkt. Het is ook nog eens slecht voor je lichaam, je wordt ziek, maar daar was je al aan gewend geraakt. Een geoefende alcoholist drinkt er na een tijdje doorheen, de ander stopt gewoon met het slikken van de pillen en begint weer met drinken. Toch lijkt het me fijn, zo’n “Quick fix”, een snelle oplossing, een medicijn dat me van mijn probleem af kan helpen.
Zo begin ik met frisse tegenzin aan de opdracht: het lezen van het AA boek. In de versie die ik hiervan kreeg toch meer dan 500 pagina’s tekst. Tot mijn eigen verbazing leest het best snel, in drie avonden heb ik het uit. De stijl en het woordgebruik zijn wat ouderwets, maar wat me opvalt is dat het boek uitgebreid en nauwgezet beschrijft wat ik tot dusver heb meegemaakt. Net als de schrijver, heb ik ook zonder succes geprobeerd mijn drankgebruik onder controle te krijgen. Veel passages en verhalen zijn een feest der herkenning, bijzonder omdat het boek al bijna 70 jaar oud is. Het is prettig om te lezen dat verslaving een echte ziekte is, geen tekortkoming of gebrek aan, of ontbreken van doorzettingsvermogen of karakter. Bemoedigend is ook dat kennelijk heel veel mensen door gebruik te maken van de in het boek beschreven methodiek hun verslaving hebben overwonnen. Dat is iets wat ik ook wel wil. Maar waar het voor mij misgaat is juist die methodiek, de oplossing waar het boek mee komt - het plot- dat is een diepe teleurstelling. Het beschrijft het spirituele en voor mij veel te zweverige “Twaalf Stappenplan” waarin het woord God of Hogere Macht in zeker zes van de 12 stappen onontkoombaar is. Ergens hoopte ik op één of andere manier op een concrete of heldere oplossing, maar de weg die je moet bewandelen is voor mij nog in nevelen gehuld. Het klinkt allemaal erg cryptisch en geheimzinnig. Het komt mij voor dat je met behulp van dit programma een soort reserve Jezus moet worden. Een kruising tussen Arie Boomsma, de Dalai Lama en Moeder Teresa. Heel beangstigend. Ik heb van mijn groepsgenoten al begrepen dat de behandeling in de kliniek pas eindigt als je stap vijf hebt gedaan. Ik baal daarom stevig want ik realiseer me dat ik nu al twee weken niets heb gedaan. En in een verlenging van mijn verblijf hier heb ik vooralsnog geen trek.
Richard moet lachen als ik mijn ervaringen en bevindingen met hem deel. Hij herkent mijn scepsis, ik ben niet de eerste die er zo op reageert. Het schijnt dat vooral de Nederlanders moeite hebben met de aanwezigheid van een God, je mag het trouwens ook Hogere Macht noemen, in het programma. Daar zal onze Calvinistische aard debet aan zijn. Gewoon maar beginnen en kijken wat het je brengt, is zijn boodschap. Je kan het in ieder geval proberen en daarna pas besluiten dat het onzin is. Hier heeft hij een punt. Zijn volgende opdracht is wat ik had kunnen verwachten: aan de slag met de eerste stap van dit programma, erkennen dat je machteloos bent tegenover alcohol en dat je leven daardoor onbeheersbaar, stuurloos is geworden. Doel van deze stap is om de ware omvang van het probleem in kaart te brengen. Dat moet niet al te moeilijk zijn heb ik al van tevoren bedacht. Ik heb immers voor mezelf al een tijd terug erkend dat ik een alcoholist ben, een verslaafde. De oefening die Richard me hiervoor meegeeft bestaat echter uit het nodige schrijfwerk. Ik moet een bijzonder groot aantal voorvallen uit mijn geschiedenis beschrijven waarin alcohol een negatieve rol heeft gehad. Onderverdeeld in allerlei categorieën, zoals daar zijn; je werk, je sociale leven, je gezondheid, je gevoelens et cetera. Als je het consequent en eerlijk doet, moet je in totaal zo’n tweehonderd voorvallen beschrijven waarbij het tussen jou en de alcohol is misgegaan. Het begint voor mij weer op straf te lijken, want hier ben ik wel even zoet mee. Het voelt als een inhaalslag de ik moet gaan maken. Toch doe ik het want intussen ben ik Richard gaan vertrouwen. We hebben prettige gesprekken waarbij hij geïnteresseerd is in mijn leven en doen en laten. En hij vertelt me nu en dan ook over zijn eigen worsteling. Ik ga er van uit dat hij me dit met een goede reden laat doen. Naast deze oefening geeft hij mij nog een andere opdracht, ik moet met een aantal andere groepsgenoten een video gaan bekijken en daarna met deze groep mijn bevindingen bespreken.
Voor het eerst weer met de hand een aantal teksten schrijven, is best lastig. Ik kan merken dat ik de laatste jaren amper een pen heb vastgehouden. Ik krijg al snel kramp in mijn schrijfarm, ook mijn lijf stribbelt tegen. Ook vind ik het in eerste instantie moeilijk om zoveel incidenten te vinden. Ik heb het idee dat er behalve het laatste halfjaar eigenlijk niet zoveel vreselijks is gebeurd onder invloed van alcohol. Wanneer we op een gegeven moment met een groepje mensen dat dezelfde opdracht heeft bij elkaar gaan zitten, komen de verhalen er toch al snel uitrollen. Het lijkt wel of eenieder van ons afzonderlijk de vele voorvallen categorisch heeft weggestopt. Maar als één iemand van de groep gaat vertellen over een voorval wat hem of haar is overkomen, kunnen de anderen daar meestal wel bij aanhaken met een verhaal wat daar enigszins op lijkt, ik ook. Het worden vruchtbare sessies en al snel blijkt het geen probleem meer om aan het aantal van 200 te komen. Je moet alleen even weten waar je moet zoeken. Je geheugen heeft daar kennelijk in opdracht van je verslaving een barricade voor gezet. De negatieve invloed van alcohol op mijn doen en laten van de laatste dertig jaar is werkelijk enorm geweest. Het dringt nu pas echt tot me door. Belangrijke beslissingen en risico’s die ik heb genomen nam, ik meestal onder invloed van alcohol. Toen vond ik dat normaal, nu kijk ik terug en schrik ik er behoorlijk van. Met alles wat is misgegaan in mijn leven heb ik ook nog eens ontzettend vaak geluk gehad. Ik heb veel weggestopt, vergoelijkt en geromantiseerd. Het is een slecht huwelijk geweest tussen mij en de alcohol, en al veel langer dan ik dacht. Aan het eind van de week lever ik mijn werkstuk in bij Richard die er vervolgens amper naar kijkt. Hij bladert er alleen vluchtig doorheen. Goed werk, voegt hij eraan toe. Dat nog wel.
Mijn andere opdracht is het bekijken van een video samen met een aantal groepsgenoten. Het blijkt te gaan om een paar jaar oude opname van een zogenaamde share. Een share is een sessie waarin iemand zijn persoonlijke ervaringen met verslaving deelt met een groep mensen. Deze share is van een Britse beroemdheid, een gelauwerd acteur op bezoek in ons kasteel. De share gaat over zijn strijd tegen verslaving aan alcohol en zijn opnames in verschillende klinieken. Ik ken hem als een briljante acteur die vaak wat serieuzere en psychologisch getinte rollen speelt en ben verbaasd hem hier zo tegen te komen en een geheel andere kant van hem te leren kennen. Hier zie ik hem opeens als zichzelf op het podium staan, kwetsbaar maar met humor een goed gevoel voor timing. Heel luchtig en ontzettend geestig vertelt hij over zijn worsteling, zijn verleden en de opnames in verschillende klinieken. Ik weet niet wat ik meemaak. Hier staat een Hollywood ster ook een deel van mijn verhaal te vertellen. Zijn worstelingen, zijn traject en zijn overdenkingen lijken veel op die van mij. Het gegoochel met flessen, de heimelijke bezoeken aan winkels, de totale waanzin zo nu en dan. Hij maakt, juist door die zijn cabareteske en luchtige toon, een onuitwisbare indruk op me. Ook wordt mij duidelijk dat hij er echt mee heeft afgerekend, of beter gezegd, hij heeft met zijn ziekte leren leven. Hij vertelt dat dit hem pas na vele terugvallen is gelukt door zich uiteindelijk over te geven aan het programma van de AA. “Finally I had to give in” vertelt hij. Ik herinner ik me opeens dat Heleen mij dezelfde boodschap meegaf op Schiphol toen ik vertrok. Het kán dus toch werken, je kunt je verslaving overwinnen. Het begint langzaam maar zeker tot mij door te dringen.
Na een verblijf van bijna drie weken krijg ik wat meer vrijheden. Dit hoort bij de behandeling. Als de eerste ontwenning achter de rug is, wordt het risico op een terugval kennelijk wat minder. Ik mag vanaf nu telefoneren en één keer in de week mag ik met mijn medepatiënten op zaterdagmiddag in het dichtstbijzijnde dorp twee uurtjes winkelen. Erg fijn want ik zit al een tijdje zonder sigaretten. Ook wil ik kijken of ik wat geld kan pinnen. Ik moet nu al een aantal dagen lenen en bietsen om mijn rookverslaving in stand te houden en dat vind ik lastig maar niet lastig genoeg om te stoppen. Bij de nieuw verworven vrijheden hoort trouwens wel een nieuwe verplichting; ik moet vanaf nu twee tot drie keer per week ’s avonds AA of NA meetings gaan bezoeken in de nabije omgeving. Hiervoor worden we keurig met een busje gehaald en gebracht, vaak naar de buitenwijken van Edinburgh. Het is weliswaar prettig om wat meer afwisseling te krijgen in het programma, maar ik zie op tegen het taalprobleem dat zich ongetwijfeld zal aandienen. Ik heb al wel ontdekt dat de uitspraak van het Schotse dialect soms overeenkomsten vertoond met het Fries. En ook al spreek ik die taal niet, ik versta het wel. En net als in het Fries is in het Schots een muis/mouse een mûs en een huis/house een hûs. Ik boek vooruitgang. Het is nog niet veel maar het is een begin!
(Wordt vervolgd)
コメント