top of page
Foto van schrijverSjoerd de Haan

Shit Happens (XIII)

Bijgewerkt op: 24 dec. 2018


Een wekelijkse blog over een zoektocht naar herstel zoals ik deze heb ervaren in 2004/2005, deze week aflevering XIII

De donkere dagen rond kerst.


De detox is achter de rug en het voelt allemaal erg onwennig. De december drukte in mijn speelgoedwinkel zorgt voor afleiding. Toch voel ik me nu minder op mijn gemak als ik de in winkel werk. Ik besef nu pas echt dat ik hier al een jaar of twee heb gestaan met een voor de kritische consument opmerkelijke alcohollucht om me heen. Ik geneer me plaatsvervangend voor mezelf. Dit maakt me erg onzeker. Het contact met mijn mede detoxgenoten vervaagd ook veel sneller dan ik had gehoopt. Ik heb alleen nog contact met één van de cannabis rokende moeders. Van haar begrijp ik dat het snel weer is misgegaan met twee van onze groepsleden. Tja, die terugval denk ik, wanneer komt die bij mij?  



Ik neem mezelf voor vol te houden en ga twee weken later zoals afgesproken naar mijn eerste vervolgafspraak bij de Jellinek aan de Jacob Obrechtstraat in Amsterdam Zuid. Zowaar naast de school van mijn oudste zoon; dat had ik me nog niet zo gerealiseerd. Ik word ontvangen door een lief meisje van begin twintig, duidelijk een nog onbeschreven blad in deze tak van zorg met vermoedelijk een gedegen maar nog verse hbo-opleiding. Ik voel me niet op mijn plek, ze is te jong, te mooi, en met een decolleté waarvoor het Engelse woord ‘cleavage’ passender is. Ik geneer me weer. Ze leest me weliswaar niet de les maar toch voel ik me hier de mislukkeling uit een andere generatie. Het gesprek gaat ook nergens over. Ik moet weer mijn dagindeling gaan bijhouden en al mijn dagelijkse doen en laten goed gaan plannen. Ze besluit al snel met de woorden. “Ik ga ervan uit dat u ook de komende veertien dagen niet gaat drinken, kunnen we dat afspreken meneer de Haan?” Vooral dat ‘meneer de Haan’ is dodelijk. Ik voel me alvast de oude seniele man in het bejaardentehuis. Ik besluit het voor gezien te houden bij de Jellinek. Goed bedoeld allemaal, maar een half uurtje fietsen voor een afspraak als deze is zinloos. Het is binnen een kwartier voorbij terwijl ik weet dat Heleen verwacht dat ik wel meer dan een uur therapeutisch wordt beziggehouden. Ikzelf had hier eigenlijk ook op gerekend maar weet me geen raad. Kennelijk is dit de zorg die men nodig acht en moet ik het hier mee doen. Ik besluit verder op eigen kracht door te gaan, met de kerstdagen en oud en nieuw in het vooruitzicht, de eerste test, een uitdaging zo zie ik het. 


De eerste weken gaat het redelijk goed al moet ik eerlijk bekennen dat de trek naar alcohol blijft. Het was ook een vaste gewoonte van me geworden, koken met een fles wijn op het aanrecht, de krant lezen met een biertje erbij, administratie bijwerken met een fles wijn naast me op de tafel. Ongemerkt grijp ik nu soms mis als ik in een reflex op zoek ben naar een fles of een glas. Alsof er een lichaamsdeel van me geamputeerd is, zo voelt het. Ik ben mijn context kwijt. Ik deed altijd alles met alcohol in mijn nabijheid of ik was ernaar op weg. Het voelt nu als een leegte. Het klinkt vreselijk maar het is alsof er een goede vriend van me is heengegaan. Alsof je kat dood is maar zijn mandje en zijn etensbakje staan er nog als je thuiskomt, zoiets. Ik ben onrustig, nerveus, en voel me niet meer op mijn gemak. Vooral in gezelschap, weet ik me vaak geen houding te geven, ik ben me dan er bewust van mezelf. Opeens is er ook overal alcohol. Het wordt een soort fixatie. Je komt op een kerstbijeenkomst op school waar meteen gevraagd wordt wat je wilt drinken. Of nog erger, je komt ergens binnen en ze kennen je vaste recept en zetten je drankje plompverloren voor je neer. Ik probeer het soms uit te leggen, met een grapje, serieus, of zeg gewoon dat ik er even geen zin in heb. Maar het blijft op me af komen. Alcohol ontpopt zich tot een vijand die genadeloos terugslaat. Alsof ik een verbond met de duivel gesloten hebt. 


In mijn nabije omgeving weet men nu van mijn geschiedenis en probleem. Heleen en ik hebben gekozen om er vooral open over te zijn. Maar dit maakt het op een bepaalde manier ook weer lastig. Bij mijn schoonfamilie wordt er bij de eerstvolgende verjaardag opeens geen borrel meer aangeboden na de taart. Of er wordt tamelijk nadrukkelijk aan me gevraagd, ”en wat wil jij drinken?” “Ik heb ook tomatensap en alcoholvrij bier in huis hoor?” Van die dingen. Het is allemaal ontzettend goed bedoeld maar het irriteert me al snel. Ik wil niet de hele tijd met mijn probleem in het middelpunt van de belangstelling staan. Ik wil niet telkens horen: “Jij mag niet meer drinken hé.” Het voedt weer mijn tegendraadsheid. Vertel mij nooit wat ik niet mag dan ben ik meteen weer een puber en doe ik het toch. De Alcoholische geest houd je niet in de fles door alleen maar te stoppen met drinken. Daar was ik me nog niet eerder zo van bewust. Alles wat ik in deze toestand drink voelt als een substituut, niets is echt lekker. Frisdranken zijn veel te zoet, van te veel koffie word ik hyper en tomatensap bezorgt mij opspelend maagzuur. Alcoholvrij bier is ook geen alternatief, het ziet eruit als bier, het ruikt naar bier en het smaakt als bier. Zo blijf je een gewoonte vasthouden. Los van dat was ik altijd al gewend om normaal bier aan te lengen met ietwat Wodka om het wat meer pit te geven. 


Op eerste kerstdag, als we met mijn familie in Friesland bij mijn zus thuis aan het kerstdiner zitten, ben ik het voor het eerst echt zat. Ik voel de blikken die op mij gericht zijn en al die niet gestelde vragen, “zou hij het vol houden, zou hij er af kunnen blijven?” “Drinkt hij alweer?” Ik trek me terug in de keuken en na ruim een maand onthouding werk ik snel weer mijn eerste halve fles wijn naar binnen. Het geeft me de rust die ik op dat moment nodig heb. Omdat meer mensen die avond drinken valt het ook niemand op. Hierna komt in de volgende dagen mijn oude drinkgedrag met horten en stoten al snel op zijn normale niveau terug. In de tweede week van januari drink ik zonder het nog te verhullen zoals voorheen. Sterker nog, het interesseert me nu allemaal niets meer. Het is mijn leven en ik voel me stukken beter met een slok op. Ik moet het op termijn gewoon allemaal weer wat beter in de hand zien te krijgen. Nu komt me dat nog even niet uit. Ik ben nog te vaak depressief en heb het nog even nodig. De antidepressiva die ik altijd ook nog slik, helpen me niet genoeg. 


De spanningen in ons huwelijk lopen nu ook snel op. We zijn dan wel nooit echt getrouwd maar het voelde in betere tijden wel zo. Heleen is nu door mijn escapades bij de Jellinek goed op de hoogte van mijn gewoontes en haar vertrouwen is terecht weg. Ze had nog altijd hoop op een voorspoedige afloop maar moet die nu zo langzamerhand laten varen. De situatie waarin ons gezin nu verkeert gaat me erg aan het hart maar krijg er geen vat op. Ik ben niet bij machte het tij te keren. Ik wil heel erg graag weg, weer op mezelf gaan wonen en met een simpel baantje in mijn eigen onderhoud voorzien. Net als een hond of een poes die als ze ziek zijn of doodgaan zich terugtrekken op een plekje waar ze zich op hun gemak voelen. Ik houd van Heleen en ik houd van mijn kinderen maar kan de puinhoop die ik veroorzaak niet meer aanzien.  


De wanhoop slaat opnieuw toe. Had ik in eerste instantie nog mijn hoop gevestigd op de pillen van mijn huisarts en later op de behandeling van de Jellinek, nu ben ik, drie maanden later, door al mijn opties heen, zo lijkt het. Ik slik mijn Seroxat (paroxetine) nog altijd in een verhoogde dosis en drink nu continu van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat. Heleen besluit terecht dat ik nu niet meer in de winkel kan werken wat als voordeel heeft dat zij mijn diensten overneemt en ik overdag het rijk voor mezelf heb. Ik ben afwisselend erg actief en heel erg depressief. Mijn stemming kan per dag vier tot vijf keer omslaan. Ik weet me geen raad en ben meestal wanhopig omdat het er bij ons ook financieel erg beroerd voor staat. De Sinterklaas en kerstverkopen zijn dit jaar behoorlijk tegengevallen, iets waarvoor ik mezelf ook voor een groot deel verantwoordelijk houd. Als ik de afgelopen tijd in de winkel stond, was ik of humeurig of ik had een slok op. Niet iets waar je klanten mee bindt.


Af en toe lukt het me om een paar dagen te stoppen maar al even snel val ik weer in mijn oude gewoonte terug.Het is, ook voor mezelf iets om moedeloos van te worden. Ik begrijp mezelf niet meer. Steeds is er weer het kleine stemmetje in mijn hoofd dat zegt, “wat maakt het ook uit, één of twee borrels, dan stop je toch morgen.” “Haal nu nog maar even een fles op de hoek om je beter te voelen.”, vertel ik mezelf. Ik zie het gebeuren, ik ben me ervan bewust, en ik doe het toch. Het voelt als zwemmen in de zee terwijl het eb aan het worden is. Je denkt telkens wel vooruitgang te kunnen maken, maar er is een onzichtbare onderstroom die je steeds verder van het strand weg trekt en je verder uitput. Het is waanzin. Heleen belt voor de zekerheid toch weer met de Jellinek om te informeren of er nog een ander, misschien beter passender, lees intensiever, traject is. Nee is het antwoord, de eerder geboden (na)zorg is wat ze hebben te bieden of in het uiterste geval een herhaling van het 10-daagse detox programma. We weten allebei dat dit zinloze trajecten zullen zijn….


(wordt vervolgd)



21 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page