Een wekelijkse blog over een zoektocht naar herstel zoals ik deze heb ervaren in 2004/2005, deze week aflevering XII
De Detox (2)
De tien dagen detox verlopen uiterst gemoedelijk en zonder echte incidenten maar er zit dan ook weinig diepgang in. De psychische aspecten van je gebruik worden met zorg gemeden en niemand legt uit waarom. Opmerkingen en toespelingen daarop worden genadeloos afgekapt. Het gaat erg vaak over je dagindeling, je motivatie en wat je “triggert” om te gaan gebruiken. Het versterkt bij mij het gevoel dat ik gewoon meer en beter mijn best moet doen. Gewoon sterk zijn en er een punt achter zetten. Rust reinheid en regelmaat, zijn belangrijk. Dat helpt je om te stoppen, zo lijkt de boodschap. Maar die goede raad heb ik al vele malen van mensen in mijn omgeving gehad. Natuurlijk voorziet het programma daarnaast ook in een marginaal sportief element en het onvermijdelijke creatieve onderdeel. Laat je emoties de vrije loop in een klein schilderwerkje. We worden vooral beziggehouden.
Wel wordt tijdens dit programma mijn interesse voor andere middelen gewekt. Tot dan was ik een volslagen leek op het gebied van geestverruimende middelen. Ik had werkelijk geen idee wat er allemaal op de markt is. Nu realiseer ik me opeens dat ik niet zo lang geleden een halve kastplank met doosjes Seresta (Oxazepam) bij mijn oude moeder in de kast had gevonden. Zij had dit voorgeschreven gekregen na een heupoperatie een paar jaar geleden, om wat beter te kunnen ontspannen. Ze had ze maar een week of twee gebruikt, zo vertelde ze me. Echter daarna had ze automatisch iedere maand dit als herhaal recept bezorgd gekregen. Terugbrengen was nog niet in haar opgekomen. Je wist maar nooit waar het goed voor kon zijn. Toen ik dit aan mijn Britse detoxgenoot vertelde, toonde hij meteen interesse en had hij het ook gelijk al over de (zwarte) marktwaarde. Ze bleken in het drugs jargon “Mothers little helpers” te heten, hoe toepasselijk. Voorlopig nog maar niet terugbrengen dus.
In de tweede week van het detox programma heb ik ook een afspraak met de begeleidende arts. De week voorafgaand is er bloed bij mij geprikt en zijn er longfoto’s gemaakt. Vooral de bloedwaarden zijn voor een alcoholist interessant. Hieraan is te zien wat de conditie van je lever is. Het orgaan wat het meest te lijden heeft in je lichaam bij langdurig en overvloedig alcohol gebruik. In eerste instantie wordt hij groter en past hij zich aan, in een later stadium sterven er cellen af en kan er daardoor leverkanker ontstaan. Door een aantal verschillende waarden in je bloed te meten, kan worden vastgesteld hoe je lever eraan toe is. Zoals zo vaak met slechte gewoonten, zoals bijvoorbeeld roken, weet je dat het slecht voor je lichaam is maar wil je liever niet weten hoe het er bij jou voor staat. Zo ook bij mij in dit geval. Voorbereid op een slecht nieuwsgesprek schud ik hem de hand. Het is een jonge arts, begin dertig schat ik hem. Hij neemt op een rustige toon de resultaten van het geneeskundig onderzoek met mij door.
Hij blijkt allemaal erg mee te vallen. Ik ben nog gezond en in een goede conditie. Mijn leverwaarden tonen weliswaar aan dat ik alcohol gebruik maar zijn op geen enkele manier alarmerend. Hij vraagt dan ook of ik echt wel een zware gebruiker ben want hij kan dat niet opmaken uit zijn medische gegevens. Het brengt bij mij zowel onvrede als opluchting als verwarring tot stand. “Gelooft hij mijn verhaal niet?’ “Ben ik nu wel of geen alcoholist?” Een gevoel van opluchting overheerst. Ik heb meer dan dertig jaar stevig gedronken zonder lichamelijke schade! Mijn gedachten gaan naar een documentaire die ik ooit op televisie zag over Malcom Lowry, schrijver van het alcoholische meesterwerk Under the Volcano. Hij bleek zich met een verbruik van paar flessen sterke drank per dag letterlijk kapot gezopen te hebben. Toen men naderhand sectie op zijn lichaam uitvoerde, bleek zijn lever niet of amper te zijn aangetast. De doodsoorzaak was een overdosis slaappillen. Nutteloze kennis die ik toch ergens heb opgeslagen. Het brengt mij ook weer aan het twijfelen. Heb ik het niet allemaal overdreven? Vroeger dronk ik veel meer en was ik veel minder afhankelijk. Nu ik ouder word neemt mijn tolerantie sterk af, ik voel dat ik sneller “dronken ”wordt. Misschien valt het wel wat mee met me.
Tegen het eind van het detox programma krijgen we nog een uurtje voorlichting verzorgd door de AA, de organisatie van de Anonieme Alcoholisten. Dit is een beweging die is komen overwaaien uit de Verenigde Staten. Ze schijnen daar, zo leren we, sinds hun opkomst in de jaren dertig van de vorige eeuw veel aanhangers te hebben. Het is heel duidelijk dat onze juf het maar niets vindt. “Sommige mensen schijnen er baat bij te hebben”, vertelt ze.” Dat is wel een bepaald slag mensen, en je moet er ook gelovig voor zijn”, “Je moet aanleg hebben voor spiritualiteit, ’t is erg zweverig” Ze verlaat daarna het klaslokaal en is verder niet meer aanwezig bij deze sessie.
Er verschijnen dan opeens drie mannen in ons lokaal die duidelijk wat onenigheid hebben. Wanneer wij ons er mee gaan bemoeien, blijkt al snel waarover het gaat. De twee wat oudere mannen zijn lid van de Anonieme Alcoholisten (AA). De derde - type oudere rockster met doorgroefd gelaat -, is lid van de NA (Narcotics Anonymous), zoals we later leren een afsplitsing van de eerdere AA. De twee alcoholisten weigeren samen met de Heroïneverslaafde voorlichting te geven. Ze hebben een hekel aan junks, wat heroïnegebruikers volgens hen zijn. Ze vinden dit een minderwaardig soort waarmee ze niet willen worden gelijkgeschakeld. Dit verbaast ons want wij voelen met onze verschillende verslavingen wel dat er een band is met elkaar. Bemiddeling van onze kant mag niet baten, als de “junk” niet vertrekt, vertrekken de alcoholisten. Ze stellen zowaar een ultimatum. Wij besluiten als groep, na snel beraad dat de twee alcoholisten mogen gaan en vervolgen onze middag met de rocker. Hij ziet er doorleefd en tamelijk rock-'n-roll, doch sympathiek uit en begint, na wat excuses over het voorval, zijn verhaal te vertellen. Hij legt eerst uit dat vooral de oudere leden van de AA grote moeite hebben hun eigen alcoholverslaving gelijk te schakelen met die van een drugsverslaafde. Ze beseffen niet dat een drugsverslaafde door geldgebrek snel in het criminele circuit terecht komt. Alcoholisten hebben daar veel minder last van om de eenvoudige reden dat hun gewoonte en gebruik veel minder geld kost. Daar waar een alcoholist zich voor een euro of tien van de wereld kan drinken met een fles Wodka of jenever, verbruikt een serieuze drugsverslaafde al snel voor honderd of meer euro per dag aan middelen. Ik prijs me gelukkig dat mijn ervaringen met hasj, cocaïne en pillen tot dan altijd zeer slecht zijn geweest.
Hierna vertelt hij zijn levensverhaal, uiterst open en eerlijk. We zijn allemaal al snel onder de indruk en hoewel we totaal verschillend levens hebben geleid, herken ik veel van mezelf in zijn verhaal. Dit bemerk ik, ook bij de rest. Hij is grappig genoeg inderdaad popmuzikant, lid van een bekende Nederlandse band uit de jaren zeventig, waar hij nu en dan nog mee optreedt. Hij doet dit voor zover zijn conditie dit toe laat want zijn lichaam werkt niet altijd meer mee. Jarenlang heroïne gebruik heeft het lijf gesloopt. Door zijn deelname aan het NA-programma zoals hij dat noemt, is hij al jaren clean. De werkwijze van deze organisatie intrigeert me. Hij vertelt dat je door een 12 stappen programma te volgen en met elkaar te praten in zogenaamde meetings over je innerlijk en je verslaving, je leven lang clean kunt blijven. Dit komt me allemaal toch wat zweverig voor, niets voor mij al dat gelul denk ik. Ik moet het op eigen kracht ook best kunnen. Trouwens, ik drink nu al bijna veertien dagen niet en ik voel me ook weer prima. Tegen het eind van zijn verhaal schuift er zowaar nog een andere, kennelijk later opgetrommelde alcoholist aan van mijn eigen generatie. Het levensverhaal dat hij vertelt blijkt een feest der herkenning te zijn. Hij is, schat ik, vijf jaar jonger dan ik en is door zijn verslaving uiteindelijk zijn gezin, zijn huis en zijn werk kwijtgeraakt. Hij was, zo vertelde hij, meerdere malen in de crisis opvang van de Jellinek opgenomen. Voor de crisis gevallen zo blijkt nu, heeft de Jellinek een programma dat blijkt te bestaan uit twintig dagen opgesloten zitten in een soort cellencomplex aan de Vlaardingenlaan in Amsterdam. Daar mag je vooral televisie kijken met lotgenoten, zo schijnt het. Een volgende etappe waar ik niet naar uitkijk. Uiteindelijk hebben alle behandelingen bij de Jellinek bij hem niet mogen baten. Hij vertelt dat hij door deelname aan het AA-programma zijn leven weer op de rails heeft gekregen. Het klinkt mij te mooi om waar te zijn, een Scientology-achtige associatie dringt zich opeens bij mij op. Er zit vast een “sektarisch” addertje onder het gras.
Voor de laatste dag en als afsluiting van het programma worden ook onze partners of andere naasten uitgenodigd. Onze cursusleidster besluit na een uitleg over het verloop van deze 10-daagse de gelegenheid aan te grijpen om ons tot slot nog een hart onder de riem te steken. “Jullie zullen het allemaal best moeilijk krijgen, en jullie zullen ook zeker op een bepaald moment een terugval krijgen,” geeft ze ons mee. Dat komt aan, ik zie het gezicht van Heleen betrekken, “jij niet!” zegt ze zacht. Ik zelf vind deze ‘ruimte’ die mij nu wordt aangeboden wel een geruststellend idee. Het mag dus ook wel eens misgaan. We wisselen als lotgenoten onderling nog adressen en telefoonnummers uit vastbesloten als we zijn om onderling contact met elkaar te houden. Vastbesloten ook om deze aangekondigde terugval zo lang mogelijk uit te stellen. Ik verlaat het pand met een afspraak voor veertien dagen later, met een aan mij toegewezen consulente waarmee ik de komende tijd contact moet gaan onderhouden. Voor noodgevallen krijg ik een kaartje van een vrijwilligersorganisatie mee die telefonische bijstand kan bieden in geval van nood. Het klinkt goed en met een wat positiever gevoel ga ik huiswaarts. Het is ook een enorme opluchting voor me dat ik ondanks dat ik al meer dan 30 jaar drink nog geen lichamelijke schade heb opgelopen. Wat het op andere vlakken in mijn leven heeft aangericht, wil ik nu even niet weten.
(Wordt vervolgd)
Comments