top of page

Shit Happens (VIII)



Een vervolgverhaal over een zoektocht naar herstel, deze week aflevering VIII


De Huisarts


Ik heb weinig of geen ervaring op het gebied van psychische zorg dus is mijn eerste halte mijn eigen huisarts. De volgende dag meld ik me bij hem, na een afspraak te hebben gemaakt met zijn behulpzame en begrijpende assistente. André onze huisarts is een buurtgenoot van ons. Hij woont een paar huizen verderop waar hij ook zijn praktijk heeft. Op één of andere manier moet ik als ik hem zie altijd aan Louis-Ferdinand Celine denken, de Franse schrijver die ook als huisarts in een voorstad van Parijs werkte. Ze lijken fysiek wel wat op elkaar maar het heeft meer met de oogopslag te maken die diepere gronden doet vermoeden. Hij heeft iets duisters, sinisters. Hij is een wat rommelige, huisarts met onvermoede kanten, meerdere gezichten. Hij belegt in onroerend goed, produceert films en doet in allerlei andere lucratieve zaken. Wat, dat maakt hem niet uit, als het hem maar geld oplevert, denk ik. Op een dag kwam hij zo eens bij mij in de winkel om te proberen een partij afzichtelijke radiografisch bestuurbare auto’s aan de man te brengen. Geen idee waar hij die weer opgeduikeld had, ik ben er ook niet op ingegaan toen.


The Doctor, Luke Fildes

Als je een afspraak met hem hebt, weet je nooit wat je te wachten staat. Meestal luistert hij met een half oor en raffelt hij het af met een receptje. Een enkele keer neemt hij de tijd voor je. Ik ken de Nederlandse huisartsen trouwens ook niet anders dan haastig en gepreoccupeerd. Dit lijkt tijdens de opleiding te moeten worden aangeleerd. Tot dusver had ik deze wisselvalligheid nooit storend gevonden. Meestal kom ik voor hooikoorts of een knetterende rugpijn en wist ik wel wat ik wilde of nodig had. Maar vandaag, nadat ik verteld heb waarover ik hem wil spreken, gaat hij er gelukkig even voor zitten. Ik vertel hem mijn verhaal, voor zover ik dat kwijt wil. Ik ben me ervan bewust dat ik terwijl ik aan het vertellen ben continu zit te peilen wat zijn reactie is. Hoe ver ik zal gaan met de waarheid? Op één of andere manier houd ik het toch redelijk algemeen, bang als ik ben dat hij mijn gedrag zal afkeuren. Ik drink de laatste tijd te veel zeg ik, en wil mijn gebruik weer binnen de perken zien te houden. Maar ik voel me de laatste tijd ook erg depressief en neerslachtig, dus dat lukt me telkens maar niet. Daar komt mijn verhaal in grote lijnen op neer. Hij vraagt nog wat door over mijn alcohol gebruik maar dringt niet echt aan. Hij schrijft me een eerste -lage zo vertelt hij mij- dosering Seroxat (paroxetine) voor. Het is een antidepressiva dat me moet helpen om de alcohol voorlopig te laten staan. We maken een afspraak voor vier weken later om te zien of het aanslaat. En opeens vraagt hij: “Lukt dat wel je gezin onderhouden met dat winkeltje van je?” Hij legt wel zijn vinger onverwacht op een gevoelige plek.

“Dat valt eigenlijk best wel mee dat winkeltje”, vertel ik hem. Ik voel me in een hoek gezet. Het zou inderdaad beter met me gaan als de winkel beter zou lopen, denk ik. Tot slot voegt hij er nog een tweede mokerslag aan toe: “En denk aan die mooie vrouw van je, wees er zuinig op!”

Dat had ik nog net nodig denk ik. Ik draai me om en vertrek, want ik heb toch nu eerst mijn doel bereikt. Ik mag me aansluiten bij het legioen antidepressiva slikkers in Nederland. Hoera! Instant geluk uit een potje en op doktersrecept, dat voelt goed. Zo moet het gaan lukken!


Ik weet dat het wat tijd nodig heeft voordat mijn wondermedicijn aanslaat en het gewenste effect sorteert, dus voorlopig blijf ik er toch maar naast drinken ook al raadt de bijsluiter dit af. Op die bijsluiter staan trouwens zoveel bijwerkingen dat je je überhaupt afvraagt waarom je ‘t spul neemt. Depressie seksuele stoornissen, darmklachten, wazig zien. Het informele circuit, (gebruikers ervaringen), noemt er trouwens nog veel meer en hele ernstige. Dat laatste hoor jammer genoeg pas veel later in het traject. Veel meer mensen in mijn omgeving slikken antidepressiva en die zie ik ook meestal nog drinken dus wat maakt het uit. Op het moment dat ik me gelukkiger ga voelen, denk ik, zal ik minderen met de alcohol heb ik voor mezelf besloten. Dat moet dan vanzelf gaan.


Na vier weken Seroxat merk ik nog helemaal niets vind ik zelf. Ik voel me nog net zoals vroeger. Ik heb zelfs de indruk dat de depressies dieper worden en zich met een grotere regelmaat aandienen.

Bij de vervolgafspraak met de huisarts geef ik dit aan. Ik lieg dat ik vier weken niet of nauwelijks gedronken heb maar dat het ongelukkige gevoel blijft. Deze afspraak blijkt dan weer één van die uiterst korte afspraken te zijn die ik van hem ken. Hij stelt amper vragen. De boodschap van de dokter is dosering verdubbelen en doorgaan tot het beter gaat. We houden contact en maar weer tot ziens.


Nu en dan probeer ik voor mezelf het “normale” leven weer op te pikken. Dat ontaardt nu in enorme uitbarstingen van activiteit en daadkracht. Ik ga aan het klussen in huis, ga deuren afkrabben, de douchebak vernieuwen, keuken aanpakken, aanrechtblad vast slopen. Ik begin overal aan maar halverwege de werkzaamheden lukt er even iets niet en stop ik voorlopig maar weer. Zo ligt na verloop van tijd werkelijk alles overhoop en verzuipen we thuis in de troep. Maar na een fles wijn ziet het er meestal al snel een stuk zonniger uit.


Hetzelfde geldt voor mijn zakelijke taken. Dan begin ik maar weer eens aan de administratie, of maak plannen voor een tweede winkel, of plannen voor een buurtcafé en de exploitatie van een vrijkomend Landhuis bij ons in de buurt. Op een dag besluit ik zelfs zomaar en opeens een leegstaand winkelpand bij ons in de buurt te kopen. Tot dan huurden we altijd een ruimte voor onze winkel. Ik zie het als een soort verzekering, een belegging voor de toekomst. In één dag, zonder eerst naar mogelijkheden van de financiering gekeken te hebben, doe ik een bod en koop ik het. Niet te lang nadenken, gewoon doen, is mijn motto. Als het allemaal lukt, zal het beter met me gaan.


Intussen wordt mijn dagelijkse routine alleen maar chaotischer. De koop van het winkelpand moet ik ongedaan laten maken, want opeens wil mijn bank niet meer met me meedenken. Ik had het natuurlijk ook van tevoren moeten regelen. Soms loop ik over van vertrouwen maar veel vaker zakt de moed me in de schoenen. Ik blijf ondertussen stug doorgaan met drinken. Iedere emotie probeer ik te blussen met alcohol. Als ik euforisch ben drink ik, als ik depressief ben ook. Ik maak ook nog maar halve dagen, vaak duik ik tussendoor in bed, maar voor een half uurtje denk ik dan. Meestal moet ik daarna wakker worden gebeld, door Heleen, waar ik blijf voor mijn winkeldienst, of door school om onze jongste op te halen. Het leidt steeds vaker tot ruzies tussen Heleen en mij, en ook steeds vaker zijn de kinderen er deelgenoot van. Ik zie het gebeuren, dat ze zich dan stilletjes terugtrekken maar toch ga ik door. Ik vind dat Heleen me niet begrijpt en me niet genoeg waardeert. Ik heb het toch niet altijd slecht gedaan, we hebben toch ook onze jaren van voorspoed gekend? Zij heeft zelf toch ook een aantal malen, bijvoorbeeld na de geboorte van onze kinderen in een behoorlijke dip gezeten. Alsof dat voor mij toen een leuke tijd was. Ik moest het toen ook noodgedwongen volhouden met een rot baan in een op alle fronten verlopen en verziekt theater in Amstelveen of later in Alkmaar, waar het niet veel beter was. Ik heb er nu, na jaren toch ook recht op om ziek te zijn! Geeft me de tijd en geeft me de rust dan komt alles weer goed denk ik vaak.


(Wordt vervolgd)

21 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page