Een vervolgverhaal over een zoektocht naar herstel.
VII. De Duisternis in.
Zo langzamerhand irriteert mij werkelijk alles. En in alles wat er om mij heen gebeurt, vind ik dit ook bevestigd. Die malloot in zijn auto die juist wat extra gas geeft wanneer je aan het oversteken bent. Of die volgevreten en daardoor gehandicapte dikzak op zijn elektrische scootertje die jou in de winkelstraat van het trottoir af rijdt en gewoon,” kijk uit zak!” roept. De klanten die voor mij in de rij aan het afrekenen zijn bij de kassa in de supermarkt: Ze wachten tot ze het totaalbedrag van de caissière horen, gaan dan op zoek naar hun portemonnee, daarna naar hun leesbril en gaan daarna eindelijk nog eens een keer pinnen of hun geld bij elkaar zoeken. Alsof het een totale verassing voor ze is dat ze moeten betalen!
Als ik televisie kijk, zie ik alleen maar politici die het tot kunst verheven hebben om geen antwoord te geven op een aan hen gestelde simpele, directe vraag. Als er ook maar iets enige maatschappelijk onrust veroorzaakt, wordt er om betuttelende wetgeving, verbodsbepalingen of andere handhavingsmaatregelen geroepen. Alsof er niemand meer verslaafd zal raken of dood zal gaan als je sigaretten en alcohol gaat verbieden! Het waanzinnige idee dat je alle risico factoren in het leven uit kan sluiten! Het is het loon van de angst, bang zijn om dood te gaan. Risicoloos, tegen alles verzekerd door het leven gaan. Als ouder vraag ik mezelf af als mijn kind ziek wordt “wat heb ik fout gedaan?” “Hoe had ik dit kunnen voorkomen?” Daarnaast lijken we ook met zijn allen achter elkaar aan te hollen, van de ene hype naar de andere. Maakt niet uit wat het is. Ik maak dat ook in mijn speelgoedwinkel mee. Als er in de krant een gezelschapsspelletje positief wordt besproken door een journalist moet opeens iedereen het hebben en verkoop je er zomaar 40 van op een dag. Ongeacht of het wel echt leuk is trouwens. Ongezien mag ik het inpakken en wordt het meegenomen Het maakt dan ook niet veel meer uit wat het kost. Schrijf uit balorigheid eens een positief artikel in de krant, over de speelmogelijkheden met 6 bakstenen denk ik, en morgen zijn ze overal uitverkocht.
Ik heb nu ook al een tijdje een voort sluimerend conflict met de belastingdienst wat mijn onvrede nog verder voedt. Er is een btw-kwestie die zich al meer dan een jaar voortsleept. Ooit heb ik een kwartaalafdracht met een fout referentie nummer gestort en is een betaling niet goed aangekomen. En onze belastingdienst heeft wat dat betreft een ongekend hard regime voor de zich van geen kwaad bewust ondernemer. Volgens mij hebben ze stiekem in het geheim daarvoor een aantal ambtenaren in dienst die behendig uitzoeken hoe ze de klap het hardst kunnen laten aankomen. Als je ooit een fout maakt bij het aangeven van btw-aangifte verzand je al heel rap in een woud van bekeuringen en schattingen waardoor je al binnen enkele weken door de bomen het bos niet meer ziet. Pure intimidatie en ongepast spierballenvertoon. Ze gaan er gewoon van uit dat je een crimineel bent. En je krijgt, als je niet oppast, een vaste relatie met de deurwaarder.
Ik raak zo steeds sneller geïrriteerd en word met de dag depressiever en meer zwartgallig. Dit gevoel laat zich moeilijk verwoorden. Vaak wordt het beschreven als een groot zwart gat waarin je terecht komt een waaruit je geen weg weet. Alles is zwart en negatief, het leven lijkt van geen waarde meer. Het is de uitzichtloosheid die me de das om doet. Een voorval van een paar jaar later illustreert mijn stemming van destijds pijnlijk en treffend. We waren op vakantie in het Spaanse Noord Baskenland. Terwijl we langs de kust wandelden, kwamen we op ons pad een driehonderd meter lange, verlaten spoorwegtunnel tegen. Om snel aan de andere kant van de heuvel te komen, besloten we erdoorheen te lopen al zag hij er wat oud en vervallen uit. Na ongeveer honderd meter leek het of al het licht wat eerst nog door de opening naar binnen scheen, opeens geabsorbeerd werd. Alles werd donker. Ik kon niets meer ontwaren, ook geen hand voor mijn ogen. Ik was als het ware één geworden met de duisternis. Ik werd geabsorbeerd, één als het ware met de duisternis. Het opmerkelijke was dat ik de opening nog wel kon zien in de verte, het licht. Alleen dat licht bereikte me niet meer, het kon me niet meer raken. De stemmen om mij heen hoorde ik ook wel maar deden me niets. Doorlopen beangstigde me, teruggaan was opgeven. Dit verbeeldt mijn depressie van jaren daarvoor het best besef ik mij. Mijn leven leek totaal geen zin meer te hebben. Niets kon me nog raken. Ik was niets, ik kon niets en het kon ook nooit meer iets met me worden. Dat gevoel overheerste. Ik had mijn leven al geleefd ze waren daarboven alleen vergeten me op tijd op te halen. Ietwat alcohol kon me nu en dan nog heel even opbeuren. Het gaf me ook weer enig gevoel en emotie terug. In nuchtere staat kon het me allemaal niets meer schelen. Iedere keer als ik naar de fles greep was de alcohol sneller uitgewerkt, en was de put waarin ik terecht kwam dieper.
En dan, op een dag in september, een dag waarop ik moet werken in de winkel, stort ik voor het eerst fysiek en geestelijk helemaal in. Ik ben amper in staat om op mijn benen te staan, en mijn handen trillen. Ik ben letterlijk het overzicht kwijt, ik kan niet meer rekenen. Ik ben totaal op. Ik sluit de winkel ga naar huis en ga in bed onafgebroken liggen janken. Ik wil er gewoon niet meer zijn. Mijn kinderen die thuis zijn die dag begrijpen er niets van en bellen hun moeder. Ook zij begrijpt me niet. Ik kan het ook niet uitleggen. Ik voel me ziek, ik besef dat het over is, ik kan niet meer verder. Het is uitzichtloos geworden voor me. Ik ben radeloos en wil gewoon verdwijnen, van de wereld zijn, hoe maakt me niet meer uit. Weg, weg, weg zijn. Van alles en iedereen.
Ik besluit samen met Heleen dat ik het op eigen kracht niet ga redden, ik ga hulp zoeken.
(Wordt vervolgd)
Comments