top of page

Shit Happens! (49)


Aflevering 49 van mijn blog over een zoektocht naar herstel van 2004 tot 2011


Wanneer ik na mijn bezoek aan Hazelden terug kom in mijn Hotel zie ik dat er een envelop onder mijn deur door is geschoven. Het blijkt een rekening te zijn. Droogjes informeren zij me dat ze $ 100,-- aan mijn rekening hebben toegevoegd wegens roken op de kamer. Dat is even schrikken, in 2010 waren we in Nederland zover en zo strikt nog niet. Ik had trouwens naar mijn eigen idee braaf onder de ventilator in de badkamer staan roken. Buiten in de sneeuw met een graad of tien vorst was een weinig aanlokkelijk alternatief. Ik besluit het verlies maar als een kerel te accepteren. Shit happens! Ze hebben ook gelijk, ik moet toch eindelijk eens een goede aanleiding vinden om de stoppen. Nu nog even niet trouwens, de sigaretten blijken in dit deel van de VS nog erg voordelig, omgerekend rond de drie euro per pakje. Als ik hier ruim sigaretten insla voor de terugreis haal ik een groot deel van mijn verlies weer terug zegt de verslaafde rekenmeester in mij. En ik kan, als ik deze redenering vasthoud, ook eigenlijk beter nog even wachten met stoppen, dan maak ik zelfs weer winst.



Nu ik het besluit heb genomen om me daadwerkelijk in te schrijven voor de opleiding wil ik dit gaan vieren. Ik trakteer mezelf op een diner bij een restaurant een paar kilometer verderop. Het restaurant heeft de intrigerende naam “Tangled up in blue”, genoemd naar een liedje van Bob Dylan. Tangled up in blue heeft een bijzondere tekst waarin de verteller, hoe toepasselijk, als in een boek per couplet van gezichtspunt verandert en zo van het heden naar de toekomst switcht. Dylan is geboren en getogen in Minnesota. En daar is men hier -terecht- trots op. Ik begreep zelfs dat hij nog regelmatig zijn High School reünies bezoekt. De man is dus wat minder wereldvreemd en knorrig dan velen door zijn afstandelijke podiumgedrag zijn gaan denken. De maaltijd en de entourage blijken een bijzondere ervaring. Het is een mooi karakteristiek houten etablissement in Taylor Falls, een dorpje aan de rivier bij een waterval. De gerechten zijn ook zeker voor Amerikaanse begrippen erg goed en “hip”. Alleen draagt het overwegend blauwe interieur met even zo blauwe verlichting niet echt bij aan een goede smaak. Bijzonder wat lichtkleur met smaak en eet ervaring doet. Ik ben blij dat er nog een kaarsje op tafel staat dat ietwat geel warm licht verspreid. Het is trouwens ook even wennen dat hoofdgerechten hier worden aangemerkt als “entrée”. Amerikaanse interpretaties en uitspraak van de Franse taal zijn erg geestig, vaak slaan ze net de plank mis.


De volgende dag heb ik een aantal afspraken voor het bezichtigen van woonruimte. Het is opgehouden met sneeuwen en de wegen zijn weer goed begaanbaar. Ik vind het best wel spannend omdat ik weinig voorinformatie heb, alleen adressen, wat summiere beschrijvingen, prijzen en telefoonnummers. Ik ben dus erg benieuwd wat ik tegen ga komen. Het eerste adres is in de buurt van m’n hotel, het is een vrijstaand huisje (een Cabin) in het bos, uitkijkend over de rivier. Idyllisch maar ook erg afgelegen. Ik realiseer me dat het hier lastig wegkomen is als er een fikse sneeuwbui is gevallen. Het doet me ook wel wat denken aan een locatie van een Stephen King film waarin een schrijver gegijzeld wordt door een psychotische fan. Misery heet die film geloof ik. Een gedenkwaardige start, maar ongeschikt dus. Bij een aantal andere locaties gaat het om een kamer met gezamenlijk gebruik van keuken en badkamer. Dat vind ik wat al te studentikoos, ik ben ook wel gesteld op mijn vrijheid. Ik kom er achter dat het nog niet meevalt om iets te vinden dat aan mijn wensen voldoet. Als ik naar de inrichting van de meeste huizen kijk, waan ik me nog in Friesland ergens midden jaren zeventig. Veel blank hout, stoere eiken meubelen en pompeuze leren bankstellen. Maar dat went, na vijf bezichtigingen weet ik al niet meer beter. Het zijn ook vaak oudere mensen die een deel van hun huis verhuren. Vaak is dit uit noodzaak, vertellen ze eerlijk, om hun pensioen nog wat aan te vullen. Uiteindelijk kom ik, aan het einde van de dag, bijna ten einde raad terecht bij een echtpaar van mijn eigen leeftijd. Zij hebben een prachtig huis aan het water gebouwd met veel groen er omheen. Op hun erf kan ik een vrijstaande Cabin huren die ze op één van hun garages hebben gebouwd. Een eigen “Tiny house”, met een veranda met uitzicht over een meer. Het is in alle opzichten ideaal. Het is redelijk dicht bij Hazelden. Het is vrijstaand, maar ik heb met de eigenaren, Vicky en Dick, toch buren die me wegwijs kunnen maken en kunnen helpen als dat nodig is. Belangrijk ook is dat Dick zelf een kleine tractor met sneeuwblazer heeft waarmee hij de weg vrijmaakt als het gesneeuwd heeft. Dat is iets om mee rekening te houden als je hier gaat wonen, de winters duren tot ongeveer half april. De deal is dus gauw gesloten. De Cabin is ook redelijk betaalbaar, zeker als je de Nederlands prijzen gewend bent. Het dagelijks leven is hier een stuk voordeliger heb ik al gemerkt en dat is fijn omdat er tijdens mijn opleiding een jaar lang geen geld bij mij zal binnenkomen. Voor het eerst reken ik weer eens met een brede glimlach af bij de benzinepomp, drie dollar voor een Gallon, krap 4 liter, geen wonder dat ze hier alles met de auto doen. Zelfs de geldautomaat staat strak langs de weg op autoraam hoogte.


Zo komt het allemaal opeens erg dichtbij, ik heb al een opleiding geregeld en huisvesting. Stap voor stap is wat met een vaag plan begon nu werkelijkheid aan het worden. Best spannend om weer helemaal opnieuw te beginnen nu ik al halverwege de vijftig ben. Ik merk ook dat het me nu ontzettend veel energie geeft. Vijf jaar eerder voelde het alsof mijn leven geen zin meer had, en wilde ik er liever niet meer zijn. Nu zijn er weer mooie vergezichten en heb ik er weer veel zin in, zonder euforisch te worden trouwens. Ik ga het in ieder geval één trimester (4 maanden) proberen. Het kan natuurlijk allemaal tegenvallen, misschien staat het werken als counselor me niet aan, of ben ik er gewoon niet goed in of krijg ik heimwee, dan kan ik er altijd eerder mee stoppen. Het is ook prettig dat ik meteen vanaf het begin stage loop bij Hazelden in de kliniek. Zo krijg ik meteen een indruk wat het werk inhoudt. Ik ben nog maar een paar dagen in Minnesota, het voelt wel meteen al erg vertrouwd. Iedereen die ik tegenkom is erg aardig en open. Toen ik gisteravond in mijn eentje zat te eten in het restaurant had ik ook al snel aanspraak. Ik raakte in gesprek met mensen aan een andere tafel of beter gezegd zij met mij. Ook de eigenaar kwam tussen de bedrijven door een praatje maken. Zo heb ik ondertussen ook al een paar adressen gekregen van garages in de buurt waar ik een geschikte en voordelige tweedehands auto kan kopen en weet ik welk merk winterjas het beste voldoet bij minus 30-40 graden Celsius.


Een auto regelen en een echte winterjas kopen. Dat zijn de laatste opdrachten die ik me hier zelf heb gegeven voordat ik kan gaan freewheelen en wat meer van de omgeving genieten. Ik heb wat adressen van garages gekregen maar merk dat ze hier in de VS vooral in grote benzineslurpers rijden. Trucks & Vans. Ik heb toch liever een gewoon Europees modelletje maar daarin is het aanbod beperkt. Een Volvo of een Volkswagen station zijn hier kleine auto’s. Een vrouwending. Een wel aansprekende gadget is de afstandsbediening waarmee je de auto kan starten. Zo kan je hem ’s ochtends warm laten draaien terwijl je zelf nog aan je ontbijt zit. Erg prettig maar ook nodig als het 35 graden vriest, zo wordt me uitgelegd. Uiteindelijk kies ik voor een mooie groene VW Passat, een automaat natuurlijk. Als ik informeer naar een setje extra winterbanden, begrijpt de garagehouder me niet. Er zitten toch banden onder? En die kunnen prima tegen de winter verzekert hij me. Ik kom er later achter dat men het fenomeen winterbanden in Minnesota gewoon niet kent. Gewoon voorzichtig rijden als het sneeuwt en rekening houden met elkaar, is het devies hier.

Nu ik de praktische zaken heb geregeld, kan ik de rest van de tijd gebruiken om de omgeving wat beter te verkennen. Ik ga terug naar de “Twin Cities”, zoals de naast elkaar gelegen steden Minneapolis en Saint Paul bekend staan. Daar is het grootste overdekte winkelcentrum ter wereld, “The Mall of America”. Naast de prachtige natuur en 10.000 meren één van de weinige toeristische attracties van Minnesota. In het middenterrein van dit complex hebben ze een heus pretpark aangelegd met verschillende achtbanen. Dat spreekt tot mijn verbeelding. Het loopt ook tegen de feestdagen, zo heb ik meteen een mooie gelegenheid om eens ruim inkopen te doen en naar isolerende kleding te kijken. Alles is hier per slot van rekening 30 tot 40% goedkoper dan thuis. Terug in Nederland zal ik snel aan de slag moeten om een studentenvisum te regelen. Een ingewikkelde procedure met veel haken en ogen en vooral veel bureaucratie, zo heb ik al begrepen. Maar eerst lekker shoppen!


(Wordt vervolgd) 

23 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page